RESTWAARDE INDEX
VOOR CIRCULAIRE GEBOUWEN:
RWI gebouw

In de Nederlandse vastgoedsector is circulair bouwen steeds meer de norm. Dit is belangrijk, omdat de bouwsector momenteel verantwoordelijk is voor 50% van het grondstoffenverbruik, 40% van de totale CO₂-uitstoot en 36% van het totale energieverbruik (Framework Circulaire Gebouwen, DGBC). Door circulariteit te integreren in onze ontwerp- en bouwprocessen minimaliseren we de milieu-impact en de CO₂-uitstoot.

Restwaarde is een van de middelen om circulaire impact te maximaliseren en vertegenwoordigt de financiële waarde van de herbruikbare materiaalcomponenten van een gebouw. Sturen op restwaarde kan met de RestWaarde Index (RWI) voor gebouwen. De RWI is een objectief en meetbaar getal, die uitdrukt in hoeverre de restwaarde volledig wordt benut. Bij een maximale RWI (100%) wordt het restwaarde potentieel van een gebouw volledig benut. In het meest ideale circulaire project zijn alle componenten en materialen zonder hoge afwaardering uit het gebouw te halen.

Met de RWI kunnen opdrachtgevers en adviseurs circulariteit tijdig in projecten integreren. Het integreren van de RWI in bouwkostenbegrotingen biedt een praktische manier om op slimme ontwerpoplossingen te sturen. Dit resulteert in een betere RWI en optimalisatie van de restwaarde.

De RWI, als uniforme meetmethode voor circulariteit, is in de praktijk toepasbaar door:

• de RWI in de ontwerpfase van bestaande en nieuwe projecten te integreren, waardoor slimme keuzes gemaakt kunnen worden;
• de RWI aan bouwkostenbegrotingen te koppelen en zo kansen voor kostenbesparing en waardecreatie vroegtijdig te identificeren;
• de RWI als stimulans voor innovatie te gebruiken;
• de RWI van projecten onderling te beoordelen en van elkaar te leren en verbeteren;
• de RWI te gebruiken als een educatief instrument om het bewustzijn over circulair bouwen te vergroten.